Website resultaten

Kennisbank resultaten

Pensioen voor ondernemers

Als ondernemer met pensioen gaan is een mooi vooruitzicht. Voor veel mensen is het nog ver weg: het werk voor altijd neerleggen en genieten van je pensioen. Hoe ver het ook nog is, over nadenken kan geen kwaad. Want als ondernemer moet je jouw pensioen vooral zelf regelen. In dit artikel leggen we uit wat je opties zijn als zzp’er en waar je rekening mee moet houden als je met pensioen gaat.

AOW #

Ten eerste de Algemene Ouderdomswet. Krijg je AOW als zzp’er? Ja, ook als zzp’er of ondernemer heb je gewoon recht op de AOW. Je moet vijftig jaar (opent in nieuw tabblad) voor je pensioenleeftijd in Nederland hebben gewoond of gewerkt voor een basispensioen. Dit is dus niet zo spannend als ondernemer. Er kunnen wel verschillen (opent in nieuw tabblad) zijn in hoeveel je opbouwt. Dat geldt zowel voor mensen in loondienst als voor zelfstandigen. Wat een stuk interessanter is, is hoe je de rest van je pensioen aanvult. Daar zijn verschillende opties voor.

Geld en muntgeld en geld

Collectieve pensioenregeling #

Ook voor zzp’ers zijn pensioenregelingen beschikbaar. Je kan je dan aansluiten bij een verzekeraar, belegger of pensioenfonds. Net als de andere opties is dit geheel vrijwillig. Kijk goed rond wat bij jou past en laat je bijvoorbeeld informeren door een financieel- of pensioenadviseur. Zij kennen veel van dit soort regelingen en kunnen je op weg helpen bij een pensioenregeling die aansluit op jouw wensen.

Een voordeel is dat je weinig werk hebt rondom de investeringen en beleggingen. Je bent er weinig tijd aan kwijt en je hoeft er niet veel over na te denken. Daar zit ook gelijk een nadeel in, want je hebt minder vrijheid in je keuzes. Dat doet de belegger voor jou.

Verplichte pensioenregeling #

Als je ondernemer bent in een bepaalde beroepsgroep of -tak, dan is deelname aan een pensioenregeling verplicht. Dit geldt voor schilders, stukadoors, glaszetters, afwerking- en afbouwbedrijven, natuursteenbedrijven en terrazzo- en vloerenbedrijven.

Dit geldt ook voor bepaalde beroepen. Dan ben je verplicht om deel te nemen aan beroepspensioenfondsen (opent in nieuw tabblad), ook als je zelfstandig bent. Dit geldt voor:

  • Apothekers
  • Huisartsen
  • Medisch specialisten
  • Verloskundigen
  • Fysiotherapeuten
  • Dierenartsen
  • Notarissen
  • Loodsen
  • Roeiers in het Rotterdamse havengebied

(bron: Ondernemersplein KVK)

Lijfrente of banksparen #

Je kan er ook voor kiezen om lijfrente te sparen bij een bank, beleggingsinstelling of verzekeraar. Wat is dat precies? Je stort geld op een lijfrenterekening en dit geld wordt belegd door de instelling waar je die rekening hebt. Op een later moment, bijvoorbeeld als je met pensioen gaat, ontvang je periodiek een uitkering uit deze lijfrenterekening. 

Het voordeel van lijfrente sparen is dat je minder belasting betaalt over het gestorte bedrag. De premies die je spaart (onder voorwaarden tot een bepaald bedrag) zijn aftrekbaar waardoor je minder belasting hoeft te betalen. Over de uitkeringen betaal je belasting, maar die is vaak lager als je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Het bedrag dat je in je lijfrente spaart telt niet in je vermogen in box 3. Het nadeel is dat je het geld niet zomaar tussentijds kunt opnemen. Ook hierbij geldt: laat je goed informeren en kijk waar je jouw geld wilt inleggen.

Muntgeld wordt omhoog gehouden in handpalm

Sparen #

Als je liever elk moment je geld bij de hand wilt hebben, kan je zelf sparen. Dit kan je dan doen op een aparte spaarrekening. Het mooiste is natuurlijk bij een bank die een hoge rente aanbiedt, zodat je weer extra geld erbij krijgt.

Het voordeel hiervan is dat je op elk moment bij je geld kan komen. Het staat dus niet vast voor een bepaalde periode en als je het nodig hebt, kan je het van de spaarrekening afhalen. Het eigen spaargeld valt voor de inkomstenbelasting onder box 3. Dat is gelijk een nadeel, want na een bepaald bedrag moet je dus belasting betalen over je spaargeld.


Beleggen #

Het geld wat je spaart, kan je eventueel ook zelf beleggen of investeren. Dat kan je doen bij een beleggingsfonds of helemaal zelf door aandelen te kopen of te investeren in een bedrijf. Het is daarbij wel belangrijk om de aandelen of andere investeringen goed in de gaten te houden. Een groot voordeel is dat je alles m.b.t. je geld zelf kan bepalen. Je kan hier relatief flexibel in zijn.

Het nadeel hierbij is ook dat dit voor de inkomstenbelasting ook onder box 3 valt en dat je na een bepaald bedrag hier dus ook belasting over moet betalen Deze optie komt niet zonder risico’s. Een investering wil nog niet zeggen dat je automatisch er meer geld voor terugkrijgt. Sterker nog, je kan je inleg verliezen. Doe daarom goed onderzoek of schakel een adviseur in. Je kan eventueel ook investeren in onroerend goed, bijvoorbeeld woningen, (kantoor)panden of andere onroerend goed. 

Er zijn als zzp’er veel opties om zeker te zijn dat je genoeg geld hebt zodra je achter de geraniums zit. Of je nou belegt, je geld laat beleggen, het collectief regelt of spaart, laat je in alle gevallen goed informeren. Vergelijk de opties, de instellingen en wat je wilt overhouden en ga in gesprek met een adviseur. 

Verder lezen?

Misschien vind je dit ook interessant.